In deze blog komt aan de orde hoe na overlijden te achterhalen is of er vermogen van erflater is verdwenen en zo ja, hoe dit vermogen vervolgens terug te halen is.
Recht op informatie
Een erfgenaam is mede-eigenaar, ook wel ‘deelgenoot’ genoemd. De nalatenschap is een bijzondere gemeenschap. De erfgenaam is mede-eigenaar van alle tot de nalatenschap behorende bezittingen. Een erfgenaam is dus ook mede-eigenaar van de financiële administratie van erflater en heeft op grond van artikel 6:2 BW jo 3:166 BW recht op de informatie van andere erfgenamen, maar ook van de bank. Er is recht op informatie van de administratie van voor en van na het overlijden.
Bij de wettelijke verdeling van artikel 4:13 BW en verder gaan alle goederen – en dus ook de administratie van de overledene – over op de langstlevende partner. De erfgenamen, veelal de kinderen, met een geldvordering op de langstlevende hebben op grond van artikel 4:16 lid 4 BW recht op de boedelbeschrijving en de hieraan ten grondslag liggende bescheiden.
Als er in het testament een executeur is benoemd is deze op grond van artikel 4:148 BW verplicht de erfgenaam alle door deze gewenste inlichtingen te geven over de uitoefening van zijn taak. Als de executeur dit niet doet kan dit reden zijn om hem te ontslaan wegens gewichtige redenen (artikel 4:149 lid 2 BW).
Het onterfde kind dat aanspraak maakt op de legitieme portie heeft recht om van de erfgenamen of executeur inzicht te krijgen in de financiële administratie op grond van artikel 4:78 BW, voor zover nodig voor de berekening van de legitieme portie.
Vernietiging schenking
Erfgenamen kunnen na overlijden schenkingen gedaan voor het overlijden vernietigen (waardoor de nalatenschap toeneemt) als:
– er sprake was van een geestelijke stoornis bij de schenker (3:34 BW). De erfgenamen dienen de geestelijke stoornis op het moment van schenking dan wel met medische gegevens te bewijzen. Op grond van 7:458a BW kan er na overlijden nog informatie worden gevraagd aan de hulpverlener/arts mits er een zwaarwegend belang is dat inzage/afschrift van medische gegevens noodzakelijk maakt;
– er sprake was van misbruik van omstandigheden (artikel 7:176 BW). Als er voldoende feiten van misbruik worden gesteld rust de bewijslast op de begiftigde, tenzij van de schenking een notariële akte is opgemaakt of omkering bewijslast in strijd is met de redelijkheid en billijkheid.
Rekening en verantwoording
Wanneer het beheer over het vermogen van de overledene door iemand anders is gevoerd dan de overledene zelf, kan deze onder omstandigheden om rekening en verantwoording worden gevraagd over het gevoerde beheer en dus de afname dan wel het verdwijnen van het vermogen. Als wordt vastgesteld door de rechter dat er een verplichting bestaat om rekening en verantwoording af te leggen, maar dit niet (afdoende) wordt gedaan, kan worden vastgesteld dat er sprake is van onrechtmatige onttrekkingen waardoor er een schadevergoedingsverplichting kan ontstaan jegens de erfgenamen of kan mogelijk vastgesteld worden dat er sprake was van onverschuldigde betalingen die terugbetaald dienen te worden.
Soms is er beheer gevoerd op grond van een volmacht. In deze volmacht (bijvoorbeeld een levenstestament) kan zijn bepaald of en zo ja, hoe de gevolmachtigde rekening en verantwoording dient af te leggen. Dat er sprake is van een volmacht houdt echter niet per definitie in dat er beheer is gevoerd door de gevolmachtigde en niet door de volmachtgever.
Als de overledene goed in staat was om zijn of haar wil te bepalen en in staat werd geacht om de persoon, die het beheer voerde, aan te spreken voor zijn handelingen, dan wordt niet snel een verplichting aangenomen om rekening en verantwoording aan de erfgenamen af te leggen na overlijden.
Wilt u meer weten over de juridische mogelijkheden bij financieel ouderenmisbruik dan neem contact op met een VEAN-advocaat.
Door: Esther Pouls, VEAN-erfrechtspecialist