Secretariaat

mr. A Rookmaker

Bastenakenstraat 130

1066 JG Amsterdam

13 februari 2024

De inschrijvingsplicht in het rechtsmiddelenregister binnen 8 dagen

In het rechtsmiddelenregister wordt bijgehouden of er een rechtsmiddel (onder andere verzet, hoger beroep of cassatie) is ingesteld tegen een bepaalde uitspraak van de rechter. De termijn is kort (slechts 8 dagen!) en niet tijdig inschrijven leidt tot niet-ontvankelijkheid, waarbij de rechter ambtshalve toetst of van tijdige inschrijving sprake is.

Het rechtsmiddelenregister zorgt voor rechtszekerheid. De ratio is dat voor derden kenbaar is, althans kan zijn, dat er nog een procedure loopt en dat er dus nog geen volledige rechtszekerheid bestaat over de juridische status van het goed in geschil, bijvoorbeeld de nalatenschapswoning.

Artikel 433 Rv bepaalt dat een partij die in verzet gaat, of hoger beroep of cassatie instelt tegen een bepaalde uitspraak, de bevoegdheid heeft om daarvan een aantekening te laten maken in een daartoe bestemd register.

In sommige gevallen is het echter verplicht om het rechtsmiddel in het rechtsmiddelenregister in te schrijven. Wanneer is het verplicht?

In het erfrecht zijn er regelmatig geschillen over bijvoorbeeld aan wie de nalatenschapswoning moet worden toegedeeld. Stel: de erfgenamen zijn een broer en een zus en zij willen allebei de woning toegedeeld krijgen, dan kunnen zij bij de rechter de verdeling vorderen (art. 3:185 BW) met daarbij een vordering dat als de weigerende deelgenoot niet meewerkt aan de levering, het vonnis in de plaats treedt van (een deel van) de akte van levering, bijvoorbeeld de handtekening van de weigerende deelgenoot (art. 3:300 lid 2 BW).  

Artikel 3:301 lid 2 BW bepaalt nu dat het rechtsmiddel tegen de uitspraak van de rechter, waarin is bepaald dat het vonnis in de plaats treedt van (een deel van) de akte (in dit geval de handtekening van de weigerende deelgenoot) tot levering van een registergoed, verplicht moet worden ingeschreven in het  rechtsmiddelenregister op straffe van niet-ontvankelijkheid.

De Hoge Raad heeft dit op 23 april 2021 bevestigd in een erfrechtkwestie (ECLI:NL:HR:2021:647).

Goed opgelet dient te worden dat niet in elk vonnis letterlijk wordt verwezen naar de tekst van art. 3:300 lid 2 BW.
Als het vonnis in de plaats treedt van (een deel van) een notariële akte tot levering is inschrijving van het rechtsmiddel verplicht. Dit geldt niet alleen voor een vonnis in de bodemprocedure, maar ook voor een vonnis in kort geding.

De termijn om het rechtsmiddel in te schrijven is erg kort. De termijn is bepaald op 8 dagen, gerekend vanaf het moment dat het rechtsmiddel is ingesteld.

De rechter in hogere aanleg moet ambtshalve toetsen, dus actief onderzoeken of er een verplichting tot inschrijving is, en of aan de inschrijfverplichting is voldaan.  Het is dus – zeker voor de advocaat – opletten geblazen!


Geschreven door Esther Pouls en Eelco Anink namens de Vereniging van Erfrecht Advocaten Nederland

Sluit je aan bij ons netwerk van erfrecht advocaten

lid worden