Namens de Vereniging voor Erfrecht Advocaten Nederland (VEAN) zend ik u hierbij de
reactie op de erfrechtelijke onderdelen van het Wetsvoorstel Bescherming Vermogen in
het Familierecht. Deze reactie op de erfrechtelijke onderdelen (punten 1, 2, 6 en 7) is
opgesteld in overleg met de Vereniging Familie- en Erfrecht Advocaten
Scheidingsmediators (vFAS).
Samenvatting en belangrijkste aanbevelingen
De belangrijkste op- en/of aanmerkingen dan wel aanbevelingen luiden als volgt:
- De VEAN uit evenals de vFAS haar zorgen over de handhaving en uitvoerbaarheid van
de regeling dat het opstellen van een boedelbeschrijving van het gehele vermogen van
een minderjarige in geval van een erfrechtelijke verkrijging verplicht wordt en van de
regeling dat een erfrechtelijke verkrijging dient te worden gestort op een bankrekening
met een BEM-clausule; - De VEAN legt evenals de vFAS de vraag aan uw wetgever voor of niet ook de
vervaltermijn van artikel 4:90 lid 3 BW dient te worden verlengd ter effectieve
bescherming van de belangen van de minderjarige; - De VEAN geeft evenals de vFAS uw wetgever in overweging om, ter zake de termijn
voor de legitieme portie en de som ineens van artikel 4:35 BW, de mogelijkheid te
handhaven dat een belanghebbende een redelijke termijn kan stellen waarbinnen
aanspraak moet worden gemaakt op de legitieme portie, respectievelijk de som ineens
op straffe van verval daarvan, a) nadat de legitimaris/ de somgerechtigde meerderjarig
is geworden, of b) gedurende de minderjarigheid nadat de kantonrechter aan de
belanghebbende toestemming heeft verleend voor het stellen van deze redelijke
termijn. De kantonrechter kan op deze manier toezicht uitoefenen op de keuze die de
wettelijke vertegenwoordiger binnen deze termijn maakt.
U kunt de gehele reactie hier downloaden: